Personeelstekorten? 7 subsidies voor oudere werknemers of werknemers met een arbeidsbeperking
De arbeidsmarkt is onverminderd krap, personeel vinden is een grote uitdaging. Het schaap met de vijf poten is niet te vinden, als werkgever mag je al blij zijn als je een schaap met vier poten vindt. Maar er zijn ook andere ‘schapen’ die prima op een vacature passen, te denken valt aan oudere werknemers en/of mensen met een arbeidsbeperking. Toch gebeurt dit maar mondjesmaat.
De meest genoemde reden om iemand uit één van deze groepen in dienst te nemen, is dat er binnen de organisatie geen geschikte functie voor hen zou zijn. Daarnaast zijn veel mensen onbekend met de verschillende subsidieregelingen. Aanleiding om alle regelingen op een rij te zetten.
1. Proefplaatsing, zonder loon
Heb je een sollicitant op het oog die nu een uitkering heeft, maar twijfel je of hij geschikt is? Dan kun je, samen met de kandidaat, bij de gemeente of UWV een proefplaatsing aanvragen. Na goedkeuring van de gemeente of UWV komt de kandidaat meestal twee maanden werken, met behoud van zijn uitkering. Je hoeft dan dus nog geen loon te betalen. Als het goed is gegaan, moet de medewerker minimaal zes maanden in dienst komen, met een contract zonder proeftijd.
2. Looncompensatie bij ziekte, ofwel de no-riskpolis
Als je werknemer met een arbeidsbeperking ziek wordt, kun je als werkgever een no-riskpolis claimen bij UWV. Je betaalt het loon aan de medewerker dan gewoon door, maar daarvoor krijg je 70 tot 100 procent van het dagloon gecompenseerd door UWV. Je hoeft hiervoor geen hogere premie te betalen, ook niet als de werknemer later in de Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA) belandt.
Je hoeft bij het in dienst nemen van de medewerker geen aparte no-riskpolis af te sluiten. Als de werknemer ziek wordt, moet je voor het aanvragen van de no-riskpolis wel binnen zes weken je medewerker ziek melden via de online verzuimmelder van UWV.
Ook als je loonkostensubsidie van een gemeente ontvangt voor je werknemer, moet je de ziekmelding bij het UWV doen. Bij de berekening van de hoogte van de no-riskpolis houdt UWV rekening met de betaling van de loonkostensubsidie. Je krijgt zo niet te veel loonkostensubsidie of no-riskpolis.
De looncompensatie loopt maximaal vijf jaar door. Alleen voor Wajongers en mensen uit de Participatiewet die onder de banenafspraak vallen is het onbeperkt.
3. Loonkostensubsidie
Als een werknemer minder productief is dan een medewerker zonder arbeidsbeperking – doordat hij minder aankan – kun je voor hem loonkostensubsidie aanvragen bij de gemeente waar de werknemer staat ingeschreven. Dit kan voor de mensen die vallen onder de banenafspraak, met uitzondering van de Wajongers (zie loondispensatie).
Na de aanvraag komt een arbeidsdeskundige langs om de werkplek te bekijken en om met de werkgever en werknemer te praten. De arbeidsdeskundige bepaalt aan de hand daarvan de loonwaarde van de medewerker en bepaalt of loonkostensubsidie wordt toegekend. Bij toekenning betaal je als werkgever het minimumloon aan de medewerker, maar de gemeente vergoedt het verschil tussen het minimumloon en de loonwaarde.
De maximale vergoeding is 70 procent van het minimumloon. Ook kan de gemeente voor de eerste zes maanden een loonkostensubsidie van 50 procent van het minimumloon geven, om te stimuleren dat werkgevers mensen direct in dienst nemen. Dit gebeurt in overleg met de werkgever.
4. Loondispensatie
Als je iemand met een Wajong-uitkering (Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten) in dienst hebt, kun je loondispensatie aanvragen bij UWV. Net als bij de loonkostensubsidie is het idee hierachter dat je wordt gecompenseerd voor een medewerker die door zijn ziekte of handicap minder werk aan kan. Met loondispensatie hoef je als werkgever minder salaris te betalen aan de werknemer. Hoeveel dat is oordeelt een arbeidsdeskundige van UWV, net zoals dat gaat bij de bepaling van de loonkostensubsidie (zie hierboven). UWV vult het loon aan, aan de medewerker zelf, in de vorm van een Wajong-uitkering. De loondispensatie kan een half tot vijf jaar duren. Verlenging is mogelijk.
- Loonkostenvoordelen (LKV)
Sinds 1 januari 2018 kun je aanspraak maken op loonkostenvoordelen (LKV) als je iemand in dienst neemt uit een van deze doelgroepen:
- oudere werknemers (56 jaar en ouder);
- arbeidsgehandicapte werknemers die nieuw in dienst komen;
- werknemers uit de doelgroep van de banenafspraak en scholingsbelemmerden (iemand die moeite heeft gehad met het volgen van onderwijs);
- arbeidsgehandicapte werknemers die worden herplaatst.
Hiervoor moet de medewerker binnen drie maanden na indiensttreding een doelgroepverklaring LKV aanvragen. De oudere werknemer die bijstand, een IOAW of IOAZ-uitkering ontvangt, moet dit aanvragen bij de gemeente. Heeft de ouder werknemer WW, WAO of WIA dan moet hij dat doen bij UWV, evenals de andere drie doelgroepen.
Zodra de verklaring binnen is, kun je bij de Belastingaangifte loonheffingen bij de vraag ‘Indicatie LKV’ op ‘Ja’ klikken. Daar moet je ook de verloonde uren invullen. De vergoeding wordt jaarlijks vastgesteld. Voor de werknemers die vallen onder de banenafspraak en de scholingsbelemmerden krijg je 1,01 euro per verloond uur en maximaal 2.000 euro per kalenderjaar, voor maximaal drie jaar. Voor de andere groepen is het 3,05 euro per verloond uur en maximaal 6.000 euro per kalenderjaar, ook voor maximaal drie jaar. Na de definitieve berekening van de Belastingdienst volgt de uitbetaling binnen zes weken.
6. Aanpassen werkplek
Soms is het nodig om de werkplek aan te passen om iemand met een arbeidsbeperking aan te kunnen nemen. Denk aan een traplift, een extra groot beeldscherm, een aangepast toilet of bureaustoel. Als je iemand langer dan zes maanden in dienst neemt, kun je daar een vergoeding voor aanvragen. De aanvraag gaat via UWV en het moet vooraf gebeuren. Zij werken met eigen leveranciers, dus een vergoeding achteraf vragen – na je aanschaf – is niet mogelijk.
Er zijn ook vergoedingen voor (taxi)vervoer van en naar het werk, een jobcoach of voor de diensten van een schrijf- en gebarentolk. Dit soort vergoedingen moet de werknemer zelf aanvragen.
7. Jobcoach
Als werkgever zomaar een medewerker met een arbeidsbeperking laten starten, is niet altijd een goed idee. Een jobcoach kan helpen. Een jobcoach is betrokken bij voorbesprekingen, helpt bij het inwerken en begeleidt de medewerker op de werkvloer.
Voor een jobcoach is subsidie beschikbaar via UWV, maar er is wel verschil tussen een interne en een externe jobcoach. Een externe jobcoach werkt voor een erkende jobcoachorganisatie en die moet de medewerker zelf (of met hulp) aanvragen via het UWV.
Een interne jobcoach hoeft niet gecertificeerd te zijn. Het is vaak een collega die hier een speciale training voor volgde. Voor een interne jobcoach kun je als werkgever de subsidie aanvragen.
Rekentools
Duizelt het je inmiddels van alle mogelijke subsidies? Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een zogenoemde Regelhulp, waarbij je kunt zien voor welke subsidie je in aanmerking komt als je iemand aanneemt die onder de banenafspraak valt en hoeveel dat is > Regelhulp financieel CV.
Ook UWV heeft een tool ontwikkeld > Welke ondersteuning kan ik krijgen?. Via deze tool kun je per doelgroep (Wajong’er, schoolverlater, etc) zien op welke regeling je aanspraak kunt maken.
Tot slot is er ook De Subsidiecalculator. Deze online tool presenteert regelingen en subsidies voor een nieuwe medewerker of een medewerker die recent in dienst is gekomen. Naast de hoogte van de bedragen geeft de calculator achtergrondinformatie over de subsidies en regelingen en de te ondernemen acties. Deze site linkt door naar organisaties waar je de subsidie of regeling kunt aanvragen. Met de online calculator ontdek je snel en overzichtelijk de verschillende financiële voordelen.
Bron: PW.